Warming Up

A. Aanvallen; benutten van kansen – schieten

B. Aanvallen; het juiste moment diep spelen in de onderbouw

C. Aanvallen; het uitspelen van 1 tegen 1 situatie (dribbelendrijven)

D. Aanvallen; positiespel in de opbouw passen en aannemen

E. Verdedigen; storen van de opbouw